Close

Structuur van het Brusselse grondgebied: geografieën, natuurlijke netwerken en centraliteiten

De publieke ruimte is het samenstellende orgaan van de stedelijke structuur. Elke ruimte heeft een specifieke plaats en rol op het grondgebied en een territoriale uitstraling. Die kan invloed hebben op een lokale schaal, op meerdere wijken (interwijkverbinding) of op het volledige gewest. Elders kan de publieke ruimte een plek van convergentie zijn.

De plaats van elke publieke ruimte binnen de structuur van het gewestelijke grondgebied wordt beoordeeld door ze te situeren:

  • in een geografisch gebied, met name de fysieke basis van het gewestelijke grondgebied:

De publieke ruimte wordt samengesteld door de kenmerken van de fysieke omgeving, hoofdzakelijk het reliëf ontstaan door geologische omstandigheden en de inwerking van winden en waterlopen. De geografie van het Brusselse grondgebied komt voornamelijk tot uiting in de structuur van zijn valleien (de Zennevallei en haar zijrivieren). Op basis daarvan kunnen de belangrijkste landschappelijke kenmerken van het gebied, de uitdagingen op het vlak van continuïteit en perspectieven, enz. worden geïdentificeerd. De inrichting van de publieke ruimte moet deze geografie onthullen. Ook al werd ze uitgewist of tekort gedaan door bepaalde stedelijke ontwikkelingen (door de constructie van gebouwencomplexen en/of infrastructuren),  zoals in Brussel het geval is geweest met de overwelving van de Zenne en de verdwijning van de meeste van haar zijrivieren. De sporen van deze waterlopen blijven in de bodem en in de herinnering bestaan en het reliëf dat door de valleien wordt gecreëerd, blijft structurerend. De geografie biedt inrichtingsmogelijkheden en andere opportuniteiten voor het leefmilieu zoals geïntegreerd waterbeheer en de herontwikkeling van biodiversiteit.

  • in de natuurlijke netwerken, met name de elementen van het stedelijk weefsel als dragers van de biodiversiteit en bouwstenen van het stedelijke ecosysteem,

De publieke ruimte speelt als open ruimte in het bebouwde weefsel een rol in de werking van het stedelijke ecosysteem. Afhankelijk van de ligging van de publieke ruimte ten opzichte van de andere (publieke en private) open ruimtes, draagt haar inrichting bij tot het ecologische netwerk van het gebied (groene en blauwe netwerken). Haar inrichting versterkt de voorwaarden voor de ontwikkeling van biodiversiteit (bodemtypes, luchtkwaliteit, blootstellingsvoorwaarden, verbindingen met andere natuurruimtes). Daarnaast kan haar inrichting kan ook de natuurlijke cyclus van het water gunstig beïnvloeden (kwaliteit van het oppervlaktewater, opvangmogelijkheden voor regenwater, mogelijkheid tot temporisering van de afvloeiing).

De natuurgebieden in Brussel zijn talrijk en gediversifieerd; ze omvatten private tuinen en parken, publieke groene ruimtes en natuurontwikkelingsgebieden.  Ook ruimtes zoals braakliggende industrie- of spoorwegterreinen en ruimtes met resten van infrastructuren vormen potentiële sites voor natuurontwikkeling. Het Brusselse blauwgroene netwerk is erop gericht om deze ruimtes veilig te stellen, te ontwikkelen en te verbinden, met het oog op bescherming en uitbreiding van de biodiversiteit.

  • ten opzichte van centraliteiten, met name in een systeem van concentratie en aantrekkelijkheid van de stedelijke activiteiten:

De publieke ruimte ondersteunt  een waaier aan functies en gebruiken, waarbij de intensiteit varieert naargelang de ligging en de concentratie van de activiteiten. Deze ligging en concentratie bepalen de aantrekkelijkheid van de publieke ruimte en de verscheidenheid in gebruik en kunnen ook symbolisch of historisch van aard zijn. Dit brengt een bepaalde invloedssfeer, specifieke gebruiken en functies met zich mee.

De aard van de functies, hun gebruik en hun diversiteit, brengen  specifieke vereisten voor hun activering met zich mee. Niet alleen voor inrichtingen op zich, maar ook voor de activiteiten die in de omliggende ruimtes ontwikkeld worden.

Bronnen

Middelen

Meer weten

  • "Rendre durable" in Corijn E. (dir.), « Où va Bruxelles », Vanderstraeten, P., VUB Press (Cahiers Urbains) (2013)
    in Corijn E. (dir.), « Où va Bruxelles »
  • Brussel [binnen] 20 jaar, PERILLEUX B., Agence de Développement Territorial (ADT) (2009)
    La planification et l’aménagement du territoire à Bruxelles, bilan et perspectives, p. 133-157.
  • Brussel 2040 - Drie visies voor een metropool, Dejemeppe, P.; Périlleux B., Région de Bruxelles-Capitale, Cabinet du Ministre Président (2012)
  • Bruxelles et sa rivière. Genèse d’un territoire urbain (12e-18e siècle),, Deligne C., Studies in European Urban History, 1, Brepols (2003)
  • Élaboration d’un état des lieux de l’espace métropolitain Bruxellois, ICEDD, KU Leuven, Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale (2010)
  • La Senne, de la source au confluent, Demey, Thierry, Editions Badeaux (2008)
  • Handboek van de Brusselse openbare ruimten, Demanet, Marie; Majot, Jean-Pierre (1995)
    2e partie « les plantations en voirie
  • Metropolitan Landscapes - Open ruimte als basis voor stedelijke ontwikkeling, Loeckx, André; Corijn, Eric; Persyn, Freek; Avissar, Ido; Smets, Bas; Mabilde, Julie; Vanempten, Elke, Vlaamse Overheid; be.brussels (2016)
  • Nature(s) à l’œuvre dans la construction de l’aire métropolitaine bruxelloise, DENEF J., DECLEVE M., Editions de l’Aube, Aix-en-Provence (2014)
    in Dubois J., « Aménager les métropoles. Quelles réponses des urbanistes ? Actes du Colloque de l’APERAU International 2013 », Bibliothèque des Territoires
  • Un canal à Bruxelles. Bassin de vie et d’emploi, Demey, Thierry, Guides Badeaux n°4 (2008)
  • Een coherente cartografie voor een geïntegreerd waterbeleid in Brussel, Goosse, Tom; De Bondt, Kevin; Petrucci, Guido; Claeys, Philippe, Brussels Studies, Numéro 89 (2015)
    (pour géographie du territoire)