Close

Specifieke kenmerken van het Brusselse grondgebied

Om een publieke ruimte op een coherente manier te kunnen inrichten is het een bepalende voorwaarde de specifieke Brusselse context waarin deze ruimte gelegen is te kennen.
Om deze Gids goed te kunnen gebruiken, is het nuttig eerst inzicht te verwerven in de specifieke kenmerken van het Brusselse grondgebied:

  • Om te bepalen tot welk type en subtype een publieke ruimte behoort, dient er beroep te worden gedaan op informatie over de morfogenese van het grondgebied en moet de publieke ruimte worden gesitueerd in relatie tot de samenstelling van het Brusselse grondgebied; dit leert heel wat over de morfologische en functionele kenmerken van de betreffende publieke ruimte;
  • Om te bepalen met welke invloedsschaal de publieke ruimte overeenstemt, moet ze worden gesitueerd ten opzichte van de totaalstructuur van het Brusselse grondgebied: in termen van geografie van het grondgebied, natuurlijke netwerken en centraliteiten.
  • Om de specialisatie van wegen 1 te bepalen, wordt er gekeken naar hun graad van connectiviteit en hun inrichtingen ter ondersteuning van de verschillende vervoerswijzen.

De specialisatie van de wegen gehanteerd in deze Gids, steunt op de studie “Multimodale wegenspecialisatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, uitgevoerd door Timenco (Dirk Dufour, Marjolein de Jong) voor Leefmilieu Brussel in 2015-2016. Deze studie vormt een nieuwe reflectiebasis voor het verbeteren van de prestaties en complementariteit van de vervoerswijzen door ze zo goed mogelijk te integreren in de publieke ruimte. Ze bestaat uit een cartografie die de netten van de verschillende vervoerswijzen overkoepelt, waarbij elk net is onderverdeeld in drie niveaus. De principes van multimodale specialisatie van de wegen zijn opgenomen in het nieuwe GPDO-ontwerp en zullen worden overgenomen in het volgende gewestelijk mobiliteitsplan. Momenteel echter is alleen de weghiërarchie zoals gedefinieerd in het GBP, officieel en reglementair.
De specialisatie definieert enerzijds het verbindingsmogelijkheden van de weg in het netwerk, en anderzijds de inrichtingen en keuzes inzake modale spreiding van de stromen.